Interview met Mirjam van Vliet
Ik ontmoet Mirjam in een ruim en trendy café in de binnenstad, waar zij sinds kort regelmatig te vinden is met haar netbook voor zich op de lange houten tafel en een latte macchiato er naast. We hebben afgesproken dat ik haar bevraag over haar schrijverschap.
- Wat is je motor om te schrijven?
Ik voel een innerlijke noodzaak om te schrijven. Ik wist al heel lang dat ik zou gaan schrijven. Het lag als het ware aan de horizon op me te wachten. Schrijven is wat ik hier kom doen, uiteindelijk. Maar er ging het een en ander aan vooraf. Heel lang had ik geen idee wat ik zou schrijven, of waarover. Het is misschien een bezigheid die enige levenservaring vereist. De thema’s in mijn leven hadden het nodig om enigszins te bezinken voordat ik zelfs maar de moed had om de pen of pc ter hand te nemen.
- Is er moed voor nodig, om te schrijven? Het is toch een solitaire activiteit, ongestoord door collega’s of een leidinggevende.
Aan de buitenkant lijkt dat inderdaad zo. Ik zit thuis in een hoekje van de bank met mijn netbook op schoot, of tegenwoordig in een café. Wat kan daar spannend aan zijn? Om te schrijven probeer ik me leeg te maken, zodat ingevingen binnen kunnen vallen. Het wordt een avontuur als het me lukt me te openen voor het onbekende. Dan ontwikkelt het verhaal zich voor mijn geestesoog of in mijn gevoel, en ik noteer wat ik zie of beleef. De kunst is om zelf aan de kant te gaan om het verhaal niet te storen.
Dat vraagt om loslaten van mentale controle, van mijn kleine denken, wat precies het lastige is. Dat is eigenlijk de voorbereiding. Voor mij voelt het vaak als een sprong. Als dat lukt ben ik voldaan, gelukkig zelfs. Maar het lukt lang niet altijd. Schrijven is voor mij per definitie uit mijn comfort zone stappen.
Ik las een interview in Trouw met Griet Op de Beeck, een Vlaamse auteur en columnist, waarin zij zegt dat door het schrijven de onderste steen boven komt. Dat herken ik sterk. Schrijven is een vorm van expressie en als zodanig direct verbonden met jezelf manifesteren. Dat zijn issues die behoorlijk de diepte ingaan, regelrecht naar het naakte bestaan.
Ik ben begonnen met versjes schrijven, gedichten. Ik heb haiku’s geschreven. Die bieden een duidelijke structuur: 5, 7 en nog eens 5 lettergrepen en klaar is Kees. Het wordt me nu duidelijk dat ik mezelf meer ruimte moet bieden om letterlijk in tekst uit te weiden en uit te dijen. Van gedichten stapte ik over naar korte verhalen. En nu ben ik aan het breien aan een langer verhaal, geen idee of het een novelle wordt. Dat is een verrassing.
- Wat wil je de wereld meedelen?
De hoofdzaak is, dat ik behoefte heb om naar buiten te brengen hoe ik iets voel of beleef of zie. Het verschaft mij oprechte bevrediging om helder en treffend te verwoorden wat zich in mij afspeelt. Taal slaat een brug van binnen naar buiten en voor de lezer of toehoorder van buiten naar binnen. Schrijven is dus niet alleen expressie maar zeker ook communicatie. Het kan heerlijk zijn om iets te lezen waarin iemand in staat blijkt een ervaring te verwoorden waar je zelf de taal nog niet voor vond. Met muziek gaat het net zo. Fijn als anderen liedjes voor ons schrijven, die precies ‘ons’ gevoel uitdrukken. In die zin is schrijven ook dienstbaar. Als het lukt om hoogstpersoonlijke ervaringen goed te verbeelden, te vangen in woorden, blijkt het vaak om universele thema’s te gaan.
Ik heb jarenlang in mijn Praktijk voor Healing met mensen gewerkt (gesprekken voeren, behandelingen en visualisaties geven, meditatiecursussen begeleiden) en dat werk is wel een belangrijk uitgangspunt. Het is meer een levenshouding of –overtuiging die wezenlijk voor me is. Niemand ontkomt er aan om binnen zijn eigen kaders te schrijven, en door zijn eigen bril te kijken. Waar ik voor sta, dat verschijnt natuurlijk onherroepelijk in mijn verhalen. Dat is soms ook verrassend: als ik iets teruglees van mezelf, dan blijk ik iets geschreven te hebben, wat ik tijdens het schrijven nog niet had begrepen. Iemand heeft me daar wel eens op gewezen. Er kan dus meer in een verhaal zitten, dan ik me tijdens het schrijven bewust was. Een verhaal leidt echt zijn eigen leven. Met een fris oog mezelf teruglezen, is ook een manier om mezelf beter te leren kennen. Heel interessant!
- Wat is je thematiek?
Het begint me op te vallen, dat mijn hoofdpersonen opeens de impuls krijgen om uit huis te gaan, op weg, naar buiten, het dagelijkse avontuur tegemoet, niet om de Rocky Mountains te bedwingen, maar de dagelijkse hobbels te nemen. Eenzaamheid en isolement speelden nogal een rol in mijn verleden. En nu schrijf ik over met een open vizier de wereld tegemoet treden, nieuwe wegen inslaan, in een vijver springen, een oude deur openen. Het moedig overwinnen van algehele levensangst eigenlijk. Wat daarbij komt is de verwondering over de schoonheid van het leven, en de ontdekking dat er soms onverwacht hulp is van buitenaf.
- Waar haal je je inspiratie vandaan?
Een bron van waaruit ik schrijf, zijn beelden uit een droom die zijn blijven hangen, of die ik opdoe tijdens een meditatie. Dat zijn indrukken die me raken en soms vragen oproepen. Door erover te schrijven, onderzoek ik die vragen en zo is het schrijven ook een weg. Allerlei ‘instanties’ in mijn verhalen kijken er op verschillende manier tegenaan en leveren hun bijdrage aan een ontknoping. Dat vergt geduld om het verhaal zich te laten ontspinnen zoals het wil. En uithoudingsvermogen om de conflicten te verdragen.